Online advertenties liggen onder vuur in twee zaken bij het Europese Hof van Justitie (EvJ). Zowel de Duitse als Oostenrijkse hoogste rechter vragen de mening van het EvJ. In beide zaken gaat het om online advertenties. In de eerste zaak is de vraag of een bedrijf advertenties mag plaatsen in de mailbox van klanten. In de tweede zaak moet het Hof haar licht laten schijnen op de vraag of Facebook gebruikersdata mag verwerken voor het tonen van gepersonaliseerde advertenties.
Advertenties in de mailbox
Deze zaak is aan het rollen gebracht door een rechtszaak die een Duits energiebedrijf aanspande tegen haar concurrent. Die concurrent plaatste advertenties tussen de regels van binnenkomende email. Hoewel ze afwijkend zijn vorm weggegeven en niet kon worden bewerkt, opgeslagen of doorgestuurd achtte een de energieleverancier de plaatsing door de concurrent onrechtmatig.
In tegenstelling tot de tweede zaak werd hier de reclame niet gepersonaliseerd of getarget aan de ontvanger getoond. De hoogste Duitse rechter besloot de volgende 2 vragen aan het Europees Hof te stellen:
- Is deze vorm van reclame volgens de wet een e-mail?
- Als die vraag met Ja wordt beantwoord, is er dan sprake van ongevraagde direct marketing via e-mail?
Het Hof moet nog uitspraak doen, maar de Advocaat-generaal heeft al wel zijn conclusie geopenbaard. In dit geval vindt de AG dat er wel sprake is van direct marketing via e-mail.
- De advertenties worden getoond in de privé-mailbox, daardoor vertoont het trekken van spam
- De advertenties worden tussen de andere mails getoond, daarom moeten ze anders bekeken worden dan reclamebanners in de mailbox. De advertenties eisen dezelfde aandacht op als de mailberichten.
- Door deze wijze van presenteren ontstaat het gevaar op verwarring waardoor de gebruiker onbedoeld op de mail klikt en naar de site van de adverteerder gaat
Als het Hof deze opvatting volgt dan is dus voortaan toestemming van de gebruiker nodig om dit soort mails te versturen.
Gebruikersdata voor gepersonaliseerde advertenties
Twee zaken liggen voor bij het Europese Hof van Justitie (EvJ). Ook het Oostenrijkse Hof gaat te raden bij het Europese Hof van Justitie. In een zaak tegen Facebook. Deze zaak is aangespannen door NOYB, het vehikel waarmee Schrems eerder het Privacy Shield onderuit haalde.
Wat is de zaak? Facebook verzamelt data van gebruikers om daarmee gepersonaliseerde advertenties aan hen te tonen. Na de invoering van de GDPR zegt Facebook dit te doen met als grondslag “overeenkomst”. Voor de GDPR zei Facebook toestemming als grondslag te gebruiken. Maar dat is, zo beseft ook Facebook, sinds de GDPR een lastige grondslag geworden.
Het Oostenrijkse Hof vraagt in deze rechtszaak nu op de volgende punten de opinie van het EvJ
- Kan Facebook het verwerken van data inderdaad zien als een contract en de betere bescherming die gebruikers hebben met de grondslag “toestemming” daarmee omzeilen
- Doet Facebook wel genoeg aan dataminimalisatie? Daarmee worden 2 vragen bedoeld:
- Mag zij bijzondere gegevens zoals seksuele voorkeur en politieke voorkeur voor haar advertenties gebruiken?
- Mag Facebook de data verkregen via andere websites met de Like-knoppen wel gebruiken?
In deze zaak is er nog geen conclusie van de Advocaat-generaal. Het is dus nog even afwachten welke kant deze zaak op gaat.
Beide zaken maken op dit moment duidelijk dat online adverteren onder vuur ligt.
Wil je weten wat wel en niet mag bij (online) adverteren? Neem contact met ons op.