VoetbalTV v

In een eerdere blog schreef ik al over journalistieke exceptie. Nu lezen we in de uitspraak VoetbalTV: de journalistieke exceptie kent grenzen. In de zaak van VoetbalTV  tegen de Autoriteit Persoonsgegevens, die vooral de aandacht trok vanwege de interpretatie van Gerechtvaardigd Belang, ging de Rechtbank ook in op het feit of hier sprake is van de journalistieke exceptie. Dit begrip zo blijkt uit eerdere jurisprudentie mag breed opgevat worden, maar in dit geval ging de interpretatie te ver, zo oordeelde de Rechtbank. De journalistieke exceptie kent grenzen.

 

Journalistieke exceptie kent grenzen

In deze case stelt VoetbalTV onder andere dat zij vindt dat de AP niet bevoegd is om een boete op te leggen omdat de journalistieke exceptie van toepassing is op de beboete verwerking.

De rechtbank volgt deze stelling niet. Zij stelt dat de journalistieke exceptie alleen van toepassing is op de verwerking die enkel (uitsluitend) plaats vindt voor journalistieke doeleinden. De Uitspraak VoetbalTV: de journalistieke exceptie kent grenzen zo leren we hieruit.

De Rechtbank volgt hiermee de Europese rechtspraak onder andere de uitspraken van het Europese Hof van Justitie in de zaken Satamedia en Buisvids, en het Europees Hof voor de Rechtend van de Mens in de zaak Satamedia.

Ik zet die conclusies uit de uitspraken hier nog even op een rijtje:

  1. De journalistieke perceptie moet in het belang van de vrijheid van meningsuiting ruim worden geïnterpreteerd.
  2. De exceptie geldt niet alleen voor mediabedrijven, maar voor alle journalistieke activiteiten die tot doel hebben informatie, meningen of ideeën bekend te maken aan het publiek
  3. Het overdrachtsmedium is daarbij niet van belang
  4. Het is niet relevant of de bekendmaking aan het publiek een winstoogmerk heeft
  5. Het feit dat er een maatschappelijk belang bestaat voor het verzamelen en verwerken van persoonsgegevens door journalisten betekent niet automatisch dat het ongefilterd publiceren van deze persoonsgegevens ook een maatschappelijk belang dient.

De Rechtbank bepaalt hier dat het opnemen van voetbalwedstrijden en het uitzenden daarvan aan het publiek niet onder de journalistieke exceptie valt.

Het opnemen en uitzenden dient in dit geval niet uitsluitend een journalistiek doel:

  • De wedstrijden hebben te weinig nieuwswaarde om ze aan te merken als een bekendmaking aan het publiek van informatie, meningen of ideeën
  • Ze geven geen informatie over bekende personen (voetballers) en dragen ook niet bij aan het maatschappelijke debat
  • Het gaat om het ongefilterd verwerken van een grote hoeveelheid zelf verzamelde informatie die niet uitsluitend een journalistiek doel hebben
  • Dat er in die duizenden beelden nieuwswaardige informatie kan zitten, maakt niet dat alle beelden als journalistiek kunnen worden gezien.

Kortom, door de massale ongefilterde verwerking van de beelden, het ontbreken van nieuwswaarde, informatie over bekende personen, dan wel een bijdrage aan het maatschappelijke debat, dienen de beelden geen journalistieke doeleinden. Hoewel het begrip journalistiek breed opgevat mag worden, kan het dus niet eindeloos opgerekt worden. Van het gebruik van de journalistieke exceptie kan dan ook geen sprake zijn. De journalistieke exceptie kent grenzen.

 

Gerechtvaardigd belang en commercieel oogmerk

Dit deel van de uitspraak kreeg vanzelfsprekend de meeste aandacht. Immers de AP werd terug gefloten in haar standpunt over de grondslag Gerechtvaardigd Belang.

De AP heeft de boete aan VoetbalTV opgelegd omdat zij de verwerking van de beelden onrechtmatig achtte. Die onrechtmatigheid vloeit voort uit het standpunt van de AP dat er alleen een Gerechtvaardigd Belang kan zijn als het belang:

  • benoemd is als rechtsbelang in wetgeving of elders in het recht, het moet in rechte beschermd worden
  • moet een min of meer dringend en specifiek karakter hebben dat uit een rechtsregel voortvloeit

Een zuiver commercieel belang is niet specifiek genoeg en mist een dwingend “wettelijk” karakter, aldus de AP. Het uitvoeren van die kernactiviteit kan nooit een Gerechtvaardigd Belang zijn omdat de noodzakelijkheidstoets en belangenafweging haars inziens dan inhoudsloos worden.

Over deze opvatting werden in privacy land de wenkbrauwen al lang gefronst. De Rechtbank fluit dan ook mijns inziens terecht de AP hier terug.

De Rechtbank concludeert dat in de rechtspraak van het Hof van Justitie geen duidelijke omschrijving wordt gegeven van wat een Gerechtvaardigd Belang precies is. Ook heeft de Rechtbank nergens in de jurisprudentie terug kunnen vinden dat het moet gaan om een rechtsbelang.

Daarmee is dus nog niet gezegd dat in deze specifieke case Gerechtvaardigd Belang als grondslag voor de verwerking kan dienen.

De uitspraak maakt duidelijk dat een commercieel belang het gebruik van de grondslag Gerechtvaardigd Belang niet a priori in de weg staat, zoals de AP stelde.

Alsnog moeten dan de afwegingen worden gemaakt die horen bij deze grondslag.

 

Je kunt de hele uitspraak hier lezen.

Wil je meer weten over Gerechtvaardigd Belang lees dan mijn blog Alternatieven voor toestemming als grondslag.

Of schaf mijn boek Lean privacy, efficiënt werken met de AVG aan. Hier in beschrijf ik hoe organisaties efficiënt kunnen voldoen aan de AVG en tegelijkertijd klantvertrouwen en – waarde kunnen creëren met persoonsgegevens en privacy.

 

Gerelateerd